september 2025

De mensen van het Hospice - Marjan

Wie zijn nou die mensen die dagelijks in het hospice werken? Wat drijft hen, hoe zien hun dagen eruit, en wie zijn ze buiten hun functie? We nemen je graag je mee achter de schermen. In deze serie over ‘de mensen van het Hospice’ stellen we je voor aan onze onze 𝐠𝐞𝐞𝐬𝐭𝐞π₯𝐒𝐣𝐀 v𝐞𝐫𝐳𝐨𝐫𝐠𝐞𝐫.

“Geestelijke verzorging in het hospice betekent veel meer dan praten over geloof of religie. Het gaat om nabijheid. Om aanwezig zijn bij iemand die zich in de laatste fase van het leven bevindt. Niet met snelle antwoorden, maar met aandacht, respect en tijd.
𝐕𝐨𝐨𝐫 𝐦𝐒𝐣 𝐝𝐫𝐚𝐚𝐒𝐭 𝐠𝐞𝐞𝐬𝐭𝐞π₯𝐒𝐣𝐀𝐞 𝐯𝐞𝐫𝐳𝐨𝐫𝐠𝐒𝐧𝐠 𝐨𝐦 𝐩𝐫𝐞𝐬𝐞𝐧𝐭 𝐳𝐒𝐣𝐧. Om volgen in een gesprek, zonder te sturen. Aansluiten bij wat voor de ander belangrijk is: familie, herinneringen, natuur, religie, huisdieren, alles wat betekenis geeft. Soms ben ik een luisterend oor, soms een spiegel die helpt om ook de lastige vragen aan te raken.
Geestelijke verzorging is er niet alleen voor gasten, maar ook voor hun naasten en voor de mensen die in het hospice werken. Ik bied ruimte voor reflectie, voor morele vragen waarop geen eenvoudig antwoord bestaat.

De gesprekken in het hospice gaan vaak over afscheid nemen, over loslaten en terugkijken. π•πžπžπ₯ 𝐦𝐞𝐧𝐬𝐞𝐧 𝐳𝐒𝐣𝐧 𝐧𝐒𝐞𝐭 π›πšπ§π  𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐝𝐞 𝐝𝐨𝐨𝐝 𝐳𝐞π₯𝐟, 𝐦𝐚𝐚𝐫 𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐑𝐞𝐭 𝐩𝐫𝐨𝐜𝐞𝐬 𝐞𝐫𝐧𝐚𝐚𝐫𝐭𝐨𝐞. Hoe zal dat gaan? Wat voel ik nog? Hoe lang duurt het? Het zijn belangrijke vragen, die soms alleen al door ze uit te spreken iets van rust geven.
Ik denk nog regelmatig terug aan een 93-jarige vrouw. Ze was er helemaal klaar voor, wilde graag β€˜naar de Hemel’, zoals ze dat zelf zei. Alles was besproken met de kinderen. Alleen, het ging niet zo snel als ze had gehoopt. Daar worstelde ze mee. Ik kon niets oplossen, maar ik kon er wΓ©l zijn, meebewegen in dat ongeduld, die spanning, dat verlangen. Dat is wat dit werk zo bijzonder maakt: betekenisvol zijn zonder te hoeven repareren.

Voordat ik in het hospice werkte, was ik arts in de ouderenzorg. Gaandeweg merkte ik dat juist de gesprekken over zingeving, ethische vragen en de laatste levensfase me het meest raakten. Ik wilde dichter bij die dimensie van de zorg staan, bij het niet-weten. Dat leidde me uiteindelijk naar dit vak.
We moeten het samen doen. Iedereen brengt iets unieks in: zijn waarden, zijn moreel besef, zijn kwetsbaarheid. In de zorgethiek draait het om wederkerigheid, om afhankelijkheid en verantwoordelijkheid. De vraag die altijd blijft: wat is goede zorg, hier en nu, voor deze mens?

Geestelijke verzorging hoeft niet zwaar of plechtig te zijn. Er leeft nog weleens het idee: β€˜Dat is alleen voor gelovigen, of als je diep in de put zit.’ Maar het gaat over levensvragen die ons allemaal raken. Soms is het een wandeling door de tuin, samen luisteren naar muziek, een grap tussendoor, samen stil zijn. Juist dat menselijke, alledaagse maakt het waardevol.”