Kookvrijwilliger
Koorvriend Cees had al vaak enthousiast verteld over zijn werk als kookvrijwilliger in Hospice Rozenheuvel. Ook een ander koorlid werkte er – eerst in de keuken, later bij de receptie. Hun verhalen over het warme huis en het waardevolle werk bleven hangen bij Wijnanda Fidder. “In die tijd liep ik mezelf voorbij met mijn bedrijf in de zakelijke dienstverlening,” vertelt ze. “Ik zocht naar iets dat meer betekenis gaf aan mijn leven. Mijn drijfveer is altijd geweest om mensen blij te maken, niet alleen met een glimlach, maar vooral met een blij hart. Als ik eraan kan bijdragen dat de zon een beetje schijnt, is mijn dag geslaagd.”
Cees bleef aandringen: dit werk zou goed bij haar passen. En hij had gelijk. “Die tegenhanger van het zakelijke leven is enorm belangrijk voor me gebleken. Dàt was pas leuk werk!”
Hoewel ze zichzelf geen geweldige kok noemt, kookt Wijnanda met liefde en aandacht. “Ik kook niet voor mijn eigen eer en glorie,” zegt ze nuchter. “Het is een middel om iemand een fijne dag te bezorgen. Als mijn kookkunsten een glimlach op het gezicht van een gast toveren, is het doel bereikt.”
Met haar kookmaat zorgt ze voor eenvoudige, huiselijke gerechten. “Geen ingewikkelde liflafjes,” lacht ze. “Gasten eten het liefst wat ze kennen, zoals het thuis was. En soms komt iemand even niet aan eten toe, dan moet je flexibel zijn. Voorkom stress en gedoe, dat komt de sfeer in het hele huis ten goede.” De geur van bakken en braden hoort voor haar bij het hospicegevoel. Niet één specifieke geur, maar het samenspel van warmte en huiselijkheid dat de keuken vult.
Het motto van de palliatieve zorg – geen dagen aan het leven toevoegen, maar leven aan de dagen – spreekt haar bijzonder aan. “Dat is precies wat ik probeer te doen,” zegt ze. “Het slechte nieuws is allang gekomen. Wat nu telt, is bijdragen aan een zo prettig mogelijk leven in het nu.”
Een bijzondere herinnering staat haar nog helder bij. “Er was eens een heer van een zekere statuur, met veel decorum. Tegelijkertijd was er een volkse mevrouw die niet meer at, maar wel gezellig bij hem kwam zitten tijdens het eten. Langzaam groeiden ze naar elkaar toe. Ze werden onafscheidelijk en uiteindelijk rookten ze samen. Ik vond het prachtig. Ik ben er heilig van overtuigd dat hij die laatste dagen van zijn leven pas écht zichzelf was.”
Een typische kookmiddag begint rond twee uur. “We nemen de mappen door, bedenken een menu dat past bij onze eigen specialiteiten en stemmen het af met de gasten. Daarna doen we boodschappen. Vaak wandelen Cees en ik samen naar de Albert Heijn en zorgen we dat de soep om vijf uur op tafel staat. Als de zorgvrijwilligers handen tekortkomen, helpen we ook met uitserveren.”
Wat het vrijwilligerswerk haar heeft geleerd? “Dat het ontzettend fijn is om mensen blij te maken. Daar krijg je zelf ook levensvreugde en liefde voor terug. En je leert om te leven in het nu. Maak je geen zorgen over morgen, elke dag heeft genoeg aan zichzelf.”
Voor wie overweegt kookvrijwilliger te worden, heeft Wijnanda een helder advies: “In Rozenheuvel leer je waar het leven echt om draait. Het maakt niet uit of je arm of rijk bent, hoogopgeleid of praktisch ingesteld – in dit stadium is iedereen gelijk. Uiteindelijk willen we allemaal liefde en warmte geven en ontvangen. Dat waardevolle inzicht verrijkt je leven.”
